Bernard Mandeville
1670-1733
'S WERELDS EERSTE MODERNE PSYCHIATER
I. Geneeskunde (Medicine)
Natuurfilosofische disputatie 1689
Voorwoord van Etmullerus Abridg'd 1699
Dokter Groenevelt en de Spaanse vlieg 1703
II. Psychiater en individu (Psychiatrist and individual)
Verhandeling over hypochondrische en hysterische ziekten 1711/1730
Mensen spreken niet om begrepen te worden (De fabel van de bijen, dl. II) 1729
De oorsprong van de eer en het nut van christelijkheid 1732
Een brief aan Dion, n.a.v. George Berkeley’s ‘Alciphron of de minne filosoof’ 1732
III. Psychiater en samenleving (Psychiatrist and society)
De pamflettisten, een satire 1703
Aesopus opgesmukt; Mandeville als fabeldichter 1703/1704 &
De Karper & De nachtegaal en uil
De morrende korf, of Eerlijk geworden schurken 1705
De fabel van de bijen, De Opmerkingen 1714/1723/1724
Een rechtvaardiging van het boek 1723
De onheilen die van een Whig regering te vrezen zijn 1714
Vrije gedachten over godsdienst, kerk en volksgeluk 1720/1729
IV. Psychiater en sociale deelgebieden (Psychiatrist and social sectors)
Schijnheylig atheist & Schijnheyl’ge Nievelt 1690
De menslievendheid van de planter 1704
De dames Lucinda en Artesia, in The Female Tatler 1709/1710
Bescheiden verdediging van publieke bordelen 1724
Oorzaken van de vele terechtstellingen in Tyburn 1725
Brief over georganiseerde misdaad 1725
V. Diversen (Miscellaneous)
In Joannis van den Heuvel 1689
Aan sijn Koninklijke Majesteyt Willem de III 1691
Epitaphium Mariae II, Grafdicht van Maria II 1695
Versoek-schrift en Dankzegginge voor ‘t Genotenen 1708